Informatie voor hulpverleners


Als u in uw werk te maken heeft (aanstaande) ouders, dan is de kans groot dat u ook in contact komt met mensen die last hebben van geslachtsteleurstelling. Op deze website vindt u tips en informatie, zodat u handvatten hebt om deze mensen te begeleiden.

Precieze cijfers zijn niet bekend, maar geslachtsteleurstelling komt veel voor, in verschillende gradaties van ernst. Soms zo ernstig dat professionele hulp noodzakelijk is. Toch zal het onderwerp niet snel ter sprake komen. Ouders die geslachtsteleurstelling ervaren, hebben namelijk vaak last van sterke schaamte- en schuldgevoelens. Zij hebben meestal al ervaren dat hun gevoelens veroordeeld worden door de omgeving en voelen zich alleen in hun verdriet. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen bang zijn dat een hulpverlener niet zal begrijpen waar zij het zo moeilijk mee hebben en misschien denkt dat ze overdrijven. Daarom zullen zij het onderwerp niet snel zelf ter sprake brengen.

Het valt ons op, uit eigen ervaring en uit de vele verhalen die we van andere ouders gehoord hebben, dat veel verloskundigen en echoscopisten bij het bepalen van het geslacht al meteen invullen wat de ouders zouden moeten voelen: 'Gefeliciteerd, het is een jongen/meisje, wat leuk!'. De vraag 'Hoe is het voor jou?' wordt zelden gesteld. Waarschijnlijk spelen hierbij onbewuste aannames mee, zoals: 'wanneer ik enthousiast ben, help ik de ouders om dat ook te zijn’. Of: 'ik vraag liever niet naar negatieve emoties want dan maak ik het misschien alleen maar erger’. Eigen referentiekaders en meningen van zorgverleners kunnen ook een rol spelen, bijvoorbeeld: 'ik zie zoveel mensen bij wie er iets mis is met het kindje, wanneer een kindje in orde is, zouden ouders daar alleen maar dankbaar voor moeten zijn.' De bedoeling is ongetwijfeld goed maar het effect van deze aanpak is dat mensen die toch even moeten slikken als ze het geslacht van hun kindje horen, de boodschap krijgen: blijdschap is de enige acceptabele optie, over negatieve emoties wordt hier niet gesproken. Zo worden schaamte- en schuldgevoelens extra aangewakkerd. Juist dat maakt het voor ouders die zich teleurgesteld voelen zo moeilijk om ermee om te gaan.

Ter illustratie: een vrouw vertelde ons dat ze, hoewel ze van tevoren niet eens een heel uitgesproken voorkeur had voor een meisje, toch even tranen in haar ogen kreeg toen ze hoorde dat haar baby een jongen was. Ze had het idee dat de echoscopist dit echt wel gezien moest hebben, maar deze walste in haar beleving met zijn enthousiaste felicitatie over haar signalen heen. Een andere vrouw had tijdens de zwangerschap van haar derde zoon erg veel last van geslachtsteleurstelling, zij had hier gelukkig goed over kunnen praten met haar verloskundige. Maar bij de vierde zwangerschap, toen het opnieuw een jongen bleek te zijn, zei diezelfde verloskundige: 'Goh, een gezin met vier jongens, wat superleuk!' Hoewel de vrouw tijdens deze zwangerschap minder last had van geslachtsteleurstelling, voelde ze zich door deze reactie niet gehoord.

Hoe is het voor jou? Een simpele oplossing is om bij iedereen, na het bepalen van het geslacht, als eerste te vragen: 'Hoe is het voor jou/ voor jullie?' Zo krijgt elke ouder, of hij/zij nu dolblij, licht teleurgesteld of diep geschokt zijn, de boodschap: er is ruimte om uit te spreken hoe je je voelt. Verloskundigen die onze website gelezen hebben en dit zijn gaan doen, gaven als feedback dat het hen opviel dat vrijwel alle mensen wel iets vonden van het geslacht van hun kind, hetzij positief, hetzij negatief. De meeste ouders zeggen van tevoren: 'als het maar gezond is', maar geslacht is geen klein, onbelangrijk detail. De meeste ouders zullen hier wel degelijk gedachten en gevoelens over hebben.

Misschien bent u bezorgd dat hier met alle ouders die u ziet een gesprek over voeren veel extra tijd gaat kosten. Maar dit hoeft helemaal niet zo te zijn. Voor de meeste ouders bij wie er sprake is van enige vorm van geslachtsteleurstelling, zal het voldoende zijn als ze de kans krijgen om uit te spreken dat ze even moeten wennen aan het idee, of dat ze op iets anders gehoopt hadden. Een reactie in de trant van 'er zijn veel ouders die even moeten slikken als ze het geslacht van hun kindje horen. Dat is helemaal niet erg en betekent niet dat je minder van je kindje zult kunnen houden. Als je dat fijn vindt kunnen we er op een ander moment even over verder praten.' kost amper tijd en kan een wereld van verschil maken voor het verdere verloop van de geslachtsteleurstelling.

Voor ouders bij wie de teleurstelling heviger is, geldt dat vroegtijdige signalering, bespreekbaar maken van het probleem en zo nodig een doorverwijzing naar bijvoorbeeld een POH-GGZ, psycholoog of POP-poli, op termijn veel leed, tijd en zorgkosten bespaart.

Mensen bij wie u vermoedt dat er sprake is van geslachtsteleurstelling, kunt u natuurlijk ook wijzen op het bestaan van deze website. We werken nog aan een eenvoudige folder om in wachtkamers neer te leggen. Het is niet ons doel dat geslachtsteleurstelling groter wordt gemaakt dan het is, maar wel dat mensen die ermee te maken krijgen weten: ik ben niet de enige die hier last van heeft en ik mag erover praten, zodat ik makkelijker een manier vind om goed met mijn teleurstelling om te gaan.

Gespecialiseerde hulpverleners

Heeft u als zorgverlener affiniteit met geslachtsteleurstelling of staat u open om (aanstaande) ouders hierin te begeleiden? Als u wilt kunt u ons dit laten weten zodat wij uw gegevens op een lijst van hulpverleners kunnen zetten. Wij krijgen namelijk geregeld de vraag van mensen waar zij in hun eigen regio het beste terecht kunnen om over hun geslachtsteleurstelling te praten. Bijvoorbeeld omdat ze al met veroordeling of onbegrip van anderen te maken hebben gehad en zeker willen weten dat hun gevoelens niet opnieuw afgekeurd zullen worden. Helaas moet wij deze mensen tot nu toe antwoorden dat wij het niet weten, omdat er geen database beschikbaar is met hulpverleners die verstand hebben van geslachtsteleurstelling. We hopen dan ook een lijst op deze website te kunnen gaan zetten met namen van zorgverleners, zodat we mensen gericht naar hen kunnen verwijzen.

Tips voor hulpverleners

  • Breng zelf het onderwerp ter sprake, wacht niet tot uw patiënt dat doet.
  • Veroordeel niet, maar luister.
  • Erken het gevoel van de patiënt en laat weten dat hij/zij niet de enige is.
  • Benadruk dat het verdriet te maken heeft met wat er niet is, niet met het kindje dat er wel is.
  • Adviseer mensen om hun gevoelens te delen met een naaste als zij dit nog niet gedaan hebben.
  • Ga er niet standaard vanuit dat de teleurstelling vanzelf overwaait. Voor veel mensen zal dit zo zijn, maar lang niet voor iedereen.
  • Wijs mensen op het bestaan van deze website.