Veel gehoorde negatieve reacties

Op het internet wemelt het van de negatieve, soms zelfs ronduit agressieve reacties op mensen die opbiechten dat ze last hebben van geslachtsteleurstelling. Hieronder staan de reacties die we het vaakst voorbij hebben zien komen, met daarbij onze reactie erop.

 

Wat een aanstellerij!

Natuurlijk, we moeten geslachtsteleurstelling niet groter maken dan het is. Maar het zijn juist dit soort vijandige reacties die het onnodig moeilijk maken om met deze vorm van verdriet om te gaan. Als vrouwen die zich verdrietig voelen na het horen van het geslacht van hun kindje gewoon een knuffel zouden krijgen en een paar troostende woorden, zou er heel wat minder aan de hand zijn. Stel je voor dat je solliciteert voor een droombaan, waar je al jaren naar uitgekeken hebt. Je krijgt hem uiteindelijk net niet en baalt daar flink van. Stel dat je vrienden dan zouden reageren met: ‘Wat een aanstellerij! Hoe durf je je over zoiets druk te maken? Wees blij dat je niet in een land leeft waar je verhongert door werkloosheid.’ 

Geslachtsteleurstelling is geen diagnose en geen modeziekte, het is gewoon een beschrijving van een veelvoorkomend gevoel. Voorkeur voor of een jongen of een meisje (en de teleurstelling die daarbij kan horen) is van alle tijden en alle culturen, en de één heeft er nou eenmaal meer last van dan de ander. Mensen die teleurgesteld zijn in het geslacht van hun kind, zijn niet heel erg zielig en hoeven geen speciale aandacht te krijgen. Maar ze hoeven ook niet alsmaar te horen dat hun verdriet, hoe klein of groot het ook is, belachelijk is. Als die veroordeling er niet meer is, dan zijn er ook geen websites en interviews nodig om het taboe op geslachtsteleurstelling te doorbreken en kan iedereen er gewoon normaal over doen ;-).

 

Wees blij met wat je hebt, er zijn veel ergere dingen in het leven. Bijvoorbeeld geen kinderen kunnen krijgen.

Helemaal mee eens. Geen kinderen kunnen krijgen, een kindje verliezen of een kindje krijgen met een ernstige aandoening, is vele malen erger dan een kindje krijgen van het andere geslacht dan dat je had gehoopt. We kunnen ons dan ook goed voorstellen dat het je boos maakt als je leest dat iemand die wel gezonde kinderen heeft, zich druk maakt om het geslacht. Vrouwen die tijdens hun zwangerschap merken dat ze een sterke voorkeur hebben voor een jongen of een meisje, voelen zich dan ook vaak meteen schuldig en denken: ‘Ik zou dit niet mogen voelen want ik ben immers al zo gezegend dat ik zwanger ben.’ Maar iets heel graag niet willen voelen, zorgt er niet voor dat er gevoel vanzelf verdwijnt. 

Dat er dingen bestaan die veel erger zijn, betekent niet dat je niet verdrietig mag zijn over je eigen situatie. Een verbroken relatie is minder erg dan leven in een land waar oorlog is, maar dat wil niet zeggen dat je er niet om mag huilen. Als je hoofdpijn hebt, mag je gewoon paracetamol nemen, ondanks dat er mensen zijn met ernstige migraine of clusterhoofdpijn, wat veel meer pijn doet. Een gehandicapt kindje krijgen is minder erg dan zien hoe je gezin voor je ogen wordt uitgemoord door terroristen. Het één is gewoon niet te vergelijken met het andere. 

Hoe klein geslachtsteleurstelling misschien ook is in vergelijking met ander verdriet, het is er wel. Ook onder mensen die zelf te maken hebben met miskramen en/of vruchtbaarheidsproblemen. Voor hen is het taboe alleen nog maar groter. En het is juist het grote taboe dat het voor sommige (aanstaande) ouders zo moeilijk maakt om ermee om te gaan.


Wat verschrikkelijk voor de kinderen die je al hebt (van het andere geslacht dan waar je op gehoopt had).

Ieder kind, jongen of meisje, helemaal gezond of met het Syndroom van Down, autisme, een hazenlip of wat dan ook, is een volwaardig mens en heeft recht op onvoorwaardelijke liefde. Maar ook al heb je als basishouding dat ieder kind welkom is en ben je de meest liefdevolle ouder die een kind maar kan wensen, dan nog kun je een verlangen voelen naar iets wat je niet hebt, maar heel graag had willen hebben. 

Soms kan het voor ouders (tijdelijk) moeilijk zijn om te genieten van het kindje dat ze hebben, omdat het verlangen naar het kindje dat ze niet hebben hen in de weg staat. Dat geldt ook voor ouders die een ziek kindje krijgen terwijl ze zich al helemaal hadden voorgesteld hoe hun leven zou zijn met een gezond kindje. Hoe moeilijk dat is en hoe iemand daarmee omgaat, wordt grotendeels bepaald door hoe je in het leven staat. Het is voor iedereen anders. Maar voor iedereen geldt wel: door dit soort lastige gevoelens te kunnen delen zonder bang te hoeven zijn voor veroordeling, wordt het makkelijker om er op een goede manier mee om te gaan.

 

Je bent een slechte moeder. Iemand als jij zou geen kinderen mogen krijgen.

Dit soort dingen worden ook gezegd over vrouwen die eerst carrière willen maken, die te jong zijn of juist te oud, die hun kind geen borstvoeding willen geven, die op vrouwen vallen, die hun kind naar een kinderdagverblijf laten gaan, die hun kind ’s nachts laten huilen of juist in hun eigen bed laten slapen, die hun kind het liefst de hele dag in een draagzak ronddragen, die hun kind religieus opvoeden, enzovoort. Laten we ophouden met al die momshaming en in plaats daarvan elkaar steunen zodat we, ondanks onze verschillende persoonlijkheden en ondanks de verschillende uitdagingen waar we mee geconfronteerd worden, elkaar kunnen helpen om er het beste van te maken :-)! 

 

Je mag geen voorkeur hebben voor een bepaald soort kind. Dan geef je het kind dat je krijgt geen ruimte om zichzelf te zijn. 

Heeft niet elke zwangere een voorkeur? Sportieve mensen fantaseren misschien van actieve fietsvakanties met hun kind, maar het kan zijn dat hun kind veel liever rustig een boek leest. Muzikale mensen zien hun gezin wellicht al liedjes opvoeren uit de Sound of Music, maar kunnen kinderen krijgen die totaal geen talent hebben voor muziek. Een vader fantaseert misschien over zijn zoon leren houthakken, een moeder over diepe moeder-dochter gesprekken. En iedereen geeft zijn of haar kind een duwtje in de richting van een bepaalde identiteit door naamkeuze (bijvoorbeeld Boudewijn versus Kick) en opvoeding (bijvoorbeeld meenemen naar voetbalwedstrijden of juist naar antroposofische meditatieweekenden). 

Je mag dromen en je mag zelf kiezen wat je je kind wil meegeven en hoe je het wil opvoeden. Zolang je je er maar van bewust bent dat je kind misschien een heel ander levenspad kiest, en je gewoon van je kind houdt zoals het is. Je kunt prima onvoorwaardelijk houden van het kind dat je hebt, en ondertussen af en toe denken aan hoe het zou zijn geweest met het kind waar je over gefantaseerd had. Die twee dingen staan los van elkaar. 

Bovendien kies je niet voor het hebben van een bepaalde voorkeur of een sterk verlangen. Het verlangen is er, ook als je het niet wil, en daar moet je het beste van maken. Jezelf of anderen verbieden het verlangen te voelen, helpt niet. Het onder ogen zien en erover kunnen praten wel.

 

Geslacht doet er niet toe, een meisje kan ‘jongensachtig’ zijn en omgekeerd.

Jongens en meisjes komen niet van verschillende planeten en elk kind brengt zijn of haar eigen persoonlijkheid met zich mee, waarin geslacht lang niet alles bepaalt. Je weet niet van te voren of een meisje van jurkjes gaat houden en een jongen van tractors. Maar geslacht doet er wel degelijk toe. De meeste meisjes houden wél van prinsessenjurkjes en de meeste jongens zijn gek op alles waar wielen onder zit, ongeacht hoe je ze opvoedt. 

Jongens en meisjes zijn verschillend, net als mannen en vrouwen, ondanks de grote overlap tussen beide geslachten. Vriendschappen met mannen en vrouwen zijn anders. Relaties met mannen en vrouwen zijn anders. Daarom zijn de meeste mensen dan ook heel stellig over of ze een relatie willen met een man of een vrouw. Dat gaat over veel meer dan seksualiteit. 

Je kunt net zoveel houden van een zoon als van een dochter en de band kan net zo hecht of juist moeizaam zijn, maar het is niet hetzelfde.

 

Zet jezelf er gewoon overheen.

Wat zou het fijn zijn als dat zomaar kon! Vrouwen die teleurgesteld zijn over het geslacht van hun kindje, balen er enorm van dat ze dat zijn. Ze willen zelf ook niets liever dan de knop omzetten en van hun zwangerschap en hun baby genieten. Net zoals vrouwen met een postpartum depressie er veel voor over zouden hebben om gewoon op een roze wolk te kunnen gaan zitten. 

Maar hoe doe je dat, die knop omzetten? Jezelf verwijten dat je niet gelukkig en dankbaar genoeg bent of door anderen veroordeeld worden, maakt het er niet beter op. Je kiest er niet voor om je zo te voelen, het overkomt je. 

Zoals alles wat je in het leven kan overkomen, moet je er het beste van maken. Dat gaat makkelijker als je gewoon mag voelen wat je voelt en erover kunt praten, zonder zelfverwijt en zonder angst voor veroordeling.